WArd/waRD staat vandaag met Co(te)lette in het LAK-theater in Leiden.
WArd/waRD betekent beschermen, bewaken, veilige plek. Dat klopt als ik zie hoe aards en ontspannen de lichamen van de dansers zijn, hoe samen, ook in pauzes als ze een moment niets doen en hun ledematen uitstrekken, terug op hun plek hangen, koesteren, knijpen, aandacht geven. Er is een onmiskenbare intimiteit tussen de dansers waar een buitenstaander niet bij komt. Het lichaam van een danser moet heel blijven, het is een extensie van de andere dansers, van de choreograaf. Als ik na acht uur studio buitensta: wat is de wereld hard, afstandelijk, gehaast.
Judit zit met één been gestrekt voor zich op de grond. Ze geeft aanwijzingen. Emma, Frauke, Cecilia zitten op hun knieën, doggystyle, en zwiepen hun achterste van links naar rechts. Ik val met mijn neus in de boter. Omdat Emma Co(te)lette moet instuderen, kan ik zien wat Ann wil van een danser, waarnaar ze zoekt in een lichaam, in vlees.
‘Shift your ass. Je duwt 200 kg in een cirkel rond.’ Ann staat op en werpt Emma’s achterste weg. Tien, twintig keer doen tot het iets beter wordt.
‘Eyes, tits, ass,’ roept Judit. Ze gebruikt verrassend veel zelfstandig naamwoorden en verrassend weinig werkwoorden om beweging in taal te vatten. Lichaamsdelen worden commando’s, zenuwcentra waaruit iets begint: trillen, schudden, zwiepen. De rest van het lichaam volgt. Is elke beweging bedacht vanuit één punt? Als dat zo is, kun je er ook naar kijken en is dans niet de chaos die ik ervaar.
Het probleem is dat het lichaam dat de commando’s krijgt die commando’s uiteindelijk zelf moet genereren. ‘Eyes, eyes,’ zegt Ann. ‘Het is door uw ogen dat de benen volgen.’ Dat kan ik volgen maar het probleem verschuift zich onmiddellijk: waar komt die focus vandaan. Hoe ver kun je terug?
‘Your urge is okay. Then you think, and it drops.’
Niet teveel denken.