Ze vindt dat ik alle lucht uit zinnen pers. Ligt zwaar op de maag. Leest niet lekker door. Ze doet me denken over schrijven.
Ik houd van helderheid, geen woord te veel, eenvoud en elegantie (mijn drie principes). Verlang ernaar om duidelijk te zijn (alles is onduidelijk genoeg), ben bang om te vervelen, daarom ben ik altijd blij als mensen in mijn bijzijn zwijgen. Je wil graag eerlijk zijn, hoe maak je iemand duidelijk ‘je verveelt’? Je zwijgt. Zwijgen is simpel, helder, elegant. Het tegendeel van uitrazen, doorratelen. En het lijkt op luisteren, een bijkomend voordeel.
Dit leidt natuurlijk tot uiteindelijk niet schrijven.
Bijvoeglijke naamwoorden doen me huiveren, omdat ze vrijwel altijd te veel zijn. Bijvoeglijke naamwoorden lijken iets te zeggen terwijl ze niets zeggen. Ze lijken concreet, zijn ongelooflijk onprecies. Tjitske Jansen brengt de oorzaak van mijn huiver onder woorden in een schrijftip op LinkedIn waarin ze bijvoeglijke naamwoorden koppelt aan ‘show, don’t tell’. Deze tip verscheen op 27 juni 2016.
5. Show don’t tell
De klassieker onder de schrijftips. En dat is niet voor niets. Wanneer ik een schrijfcursus geef aan beginnende schrijvers, regent het tijdens de eerste les altijd weer bijvoeglijke naamwoorden. Schrijf niet dat iemand haast heeft, maar laat haar bijvoorbeeld de trap oprennen en tijdens het rennen steeds treden overslaan. Schrijf niet dat iemand verliefd is. De ene verliefde is de andere niet. De ene gaat in het bijzijn van het object van begeerte stil naar de grond zitten kijken. De andere weet niet waar hij al zijn armen en benen en woorden moet laten. Laat het zien!
De crux – en wat is het fijn als iemand je een inzicht verschaft, je vergeet het daarna nooit meer – zit hem in: de ene verliefde is de andere niet, de ene haastige is de andere niet, de ene boze, bange, verlangende, smachtende is de andere niet.
Verliefd zegt in die zin niks. Boos zegt niks. Bang zegt niks.
Bijvoeglijke naamwoorden zijn abstracties, generalisaties, samenvattinkjes, interpretaties.
Met een bijvoeglijk naamwoord neemt een schrijver een shortcut in plaats van tijd en ruimte om iets op te schrijven. Je wint woorden, verliest aandacht. Schrijven betekent tijd en ruimte innemen, hoe impertinent dat ook is.
Ze checkte tijdens het beoordelingsgesprek met de student 13 keer haar telefoon om te zien of ze een bericht van haar had ontvangen: verliefdheid in actie. Het gaat om de actie, denk ik, om gedrag.
De ene is de andere niet.
De ene is de andere wel.
Iemand wordt specifiek, uniek in hoe hij handelt, struikelt.