Ik weet niet hoe je optimistisch kunt zijn, hoe optimisme mogelijk is, hoe je optimisme oefent, hoe het volgehouden kan worden. Een reportage over Argentinië toont velden waar boeren, door de zon gelooid, genetisch gemodificeerde soja verbouwen. Vliegtuigjes en tractoren met tanks besproeien de velden met glyfosaat (’roundup’ van Monsanto). Lege jerrycans liggen in de bosjes. Kinderen uit dorpen aan de rand van deze velden kunnen niet lopen, slepen hun dode benen achter zich aan. Ze hebben vreemde vlekken op hun huid, vertonen ontwikkelingsstoornissen. Vaders en moeders zijn radeloos. De genetisch gemodificeerde soja wordt geëxporteerd naar Europa dat het gebruikt als veevoer. Europeanen eten dieren die deze soja eten. Inmiddels is het onkruid dat de soja bedreigt resistent geworden voor glyfosaat, en soja is het niet meer, er zijn gifcocktails nodig.
Ik klik naar de kerkuilen. Er zijn woorden over gisteren.
Op links staan.
Hangend slapen.
Bedelsnurken.
Snavelen.
Ze hebben ruzie tjonge wat kunnen die mopperen met elkaar.
Nu op 2 poten.
Paring.
V heeft een muis vast terwijl M paring doet.
Bezig onder de cam. Niet te zien of het met braakbal of muis is.
Rechteruil op beide poten, linker uil op R poot.
Is die muis echt gezien, of zit hij/zij braakballen te kruimelen?
Paring.
Poetsen op de richel.
Worden wakker en gelijk een paring.
Ze staan nog altijd identiek op de li poot.