Een lezer moet zich niet druk maken om een schrijver, zegt Verlyn Klinkenborg. Een schrijver bestaat niet echt. Zijn bedoelingen doen er niet toe. Alleen de zinnen en woorden die voor je liggen zijn belangrijk. Ik vertrouw het niet. Ook iemand die het woordje ‘ik’ zorgvuldig mijdt, is in een tekst aanwezig.
De buurjongen heeft sinds twee weken een laserpen. Hij zit op zijn slaapkamer, een verdieping hoger, en schijnt door het bovenraampje naar binnen, een vlek schiet heen en weer op de bomen in de achtertuin, en binnen, op de muren waar geen raam zit. Ik zie dit niet als een schouwspel. Ik heb plezier in zijn bedoelingen (belletje trekken, sneeuwballen gooien).