Niemand heeft ooit technieken gezien – en evenmin heeft iemand ooit mensen gezien, we zien alleen samenstellingen, crises, ruzies, uitvindingen, compromissen, steeds ingewikkelder substituties, translaties en bewerkingen waarin steeds meer elementen verwikkeld zijn, schrijft Bruno Latour. Hij geeft het voorbeeld van een kat. Een kat is voor een mens een antiprogramma, een kat voor een dichte deur wil naar buiten, een kat is er niet mee bezig dat wij net lekker liggen. De kat mauwt klaaglijk of tikt tegen ons voorhoofd.

Waarom vervangen we de onmogelijke tegenstelling tussen mensen en technologieën (een deur = techniek) niet door de associatie (AND) en de substitutie (OR), vraagt Latour zich af. Laten we ieder wezen voorzien van een actieprogramma en alles wat zijn programma onderbreekt als een antiprogramma beschouwen. Een dichte deur is voor een kat een antiprogramma, een kat voor een dichte deur voor een mens. Ik doe de deur open of ik zorg, omdat ik een mens ben, voor een luik in de deur (technisch vernuft, de omweg, de daedalion, de metis).

Het is niet zo dat de essentie aan de kant van de dingen ligt en de existentie aan de kant van de mensen. De deur (techniek), de mens (mens), de kat (dier) zijn tijdelijk met elkaar vermengd.

Woorden, lezer, web: assemblage.

De Berlijnse sleutel, Bruno Latour (Rokus Hofstede, Henne van der Kooy), naar aanleiding van Rachel Armstrong, die het begrip assemblage tegenkwam bij Latour

«