Vanaf het begin hadden ze alles gemeen: tennis, bezig zijn met je eigen gedachten, de oneindigheid. En plotseling waren ze heftig, dolzinnig verliefd. – Alles over de liefde, Lisa Appignanesi (p.37)
Beheersing is een nastrevenswaardige deugd wanneer alles er is. Morgen mogen we weer tennissen! De tennisparken lagen er twee maanden ongeschonden bij in zonlicht zo fel en aanhoudend dat het deed vermoeden dat de zomer opschuift – ik proef haar ongeduld.
Vliegtuigen vliegen.
Het irrationele van de virusmaatregelen blijft me verbazen. Een groot rood veld, een net tussen de dingen, lijnen, vakken, lucht, ruimte, protocol. Intussen botsen we in supermarkten tegen elkaar op, hoesten we naar elkaar op smalle paden, zweten dikke mannen hun zware gevaarlijke zweet.
Ongelooflijk dat we ons hieraan gehouden hebben, dat we niet stiekem zijn gaan tennissen.
Ik begrijp braafheid wanneer ze uitkomt. Ik trek schoenen aan om het gevoel te hebben dat ik naar werk ga. Ik start de camera. Ik staar uit het raam. Ik lig op het achterdek, boomtoppen bewegen. Ik kan zelf de hoeveelheid zon regelen. Ze zijn er allemaal. Ergens. Ik beweeg. Ik vraag ‘wanneer is volgens jullie sprake van verslaving?’