En ik stelde mezelf enkele vragen over het heden: hoe breed het was en hoe diep, en hoe lang ik ervan zou mogen genieten.– Kurt Vonnegut, Slachthuis vijf
Wat een goed boek, Slaugtherhouse-Five or The Children’s Crusade, met prachtige bespiegelingen over dat grote mysterie tijd. Ik ben blij dat ik Dorresteins advies – lees het allen! – heb opgevolgd. Hoofdpersoon Billy Pilgrim, die het bombardement op Dresden overleeft, schiet op en neer door de tijd, tijd is elastisch, hij is elastisch (‘tijdspasticus’), een tijdreiziger. Ik bedenk me nu dat dat in het andere boek dat een verpletterende indruk op me maakte ook zo is, Orlando. Zo ervaar ik tijd, versplinterd, tegelijk, gebeurd, gebeurend, alles aanwezig, verleden, heden, toekomst (herinneringen, dromen, toekomstverwachtingen). Wat we geheugen noemen – ik zou het geest noemen – reist twee kanten op. De geest is een tijdmachine met twee bestemmingen. Wij zijn dat. In een flits schieten we heen en weer, zit ik in een toekomst waar de ander niet is, zit de ander in een verleden waar ik niet ben. Ik hoef maar te kijken hoe ik bij verschillende mensen verschillende leeftijden ben om te zien dat in ieder geval iets van die theorie (tijdelasticiteit) waar is. Dat verklaart ook het gevoel dat je in je geest niet oud bent (je lichaam veroudert, je geest blijft heen en weer schieten). Het proces in het brein dat levendige herinneringen geeft, geeft ook voorspellingen, scenario’s. Net als een boek. Een boek verbeeldt zich heel wat. Als je het zo beziet hoef je voor de dood niet bang te zijn. Dat is één van de vele momenten, die momenten zijn altijd allemaal aanwezig. Dit boek raakt een snaar, voorwaarde voor totale zielservaring.
[op het pontje, mijmerend, kwartier nadat ik dit bericht schreef: boek kalibreert die verschillen, maakt dat ik andere geest achterna kan reizen in de tijd]