Voegt applaus en boegeroep iets wezenlijks toe aan wat dan ook? Ik zit hier met een 18e eeuwse versie van internet, ik publiceer tekst en dan stopt het terwijl all the world’s a stage – en op dagen van onrust denk ik: een weblog is een weblog als ik reacties toelaat. Helaas heb ik geen bevredigend antwoord op wat nou het wezen van internet is, iets wat me tot bedaren zou kunnen brengen zoals het aaien van een kat dat doet. Internet heeft alle voorgaande media opgeslokt, het is wat ik wil dat het is. Het is sociaal (theater, dorpspomp) en asociaal (zolderkamer, anonimiteit). Je vindt er alles: muisstille bibliotheek, rumoerige bioscoop, huiskamerconcert, wetenschappelijk artikel. Het is teveel. Het is er altijd. Het is alles, sleept alles met zich mee*. Het wordt meer en meer. Waarom freaken wij niet (Stendhal bij het aanschouwen van teveel schoonheid) en masse out?
* de consumptie ervan, het commentaar erop, de receptie, reflectie, de aankondiging, de archivering, de herhaling, de promotie, de doorverwijzing