Het is januari, koud, ik blader door notitieboekjes, ik zoek de weg terug, ik stuit op de aantekening ‘Frank Sinatra has a cold beste tijdschriftartikel ooit’ (zie kopie). Die kopie ben ik kwijt, voorheen een onhandigheid, maar inmiddels is internet, niets gaat ooit meer kwijt, slordigheid heeft geen consequenties. Google toont 961.000 zoekresultaten. De tweede link verwijst naar een video waarin Mary-Louise Parker op een bed naast een dienblad met koekjes, melk en een grote teddiebeer de eerste alinea’s van Frank Sinatra has a cold voorleest. Terwijl ze dat doet, streep ik ‘beste’ door. Je had Pete Sampras, de beste tennisser ooit, en toen kwam Roger Federer en die speelde ineens tennis van een andere planeet, noodgedwongen – men kwam superlatieven tekort, een atleet strijdt óók op het gebied van taal. Gay Talese achtervolgde Frank Sinatra een jaar lang. Bedoeling was een portret ter gelegenheid van zijn vijftigste verjaardag. Sinatra weigerde een interview. Het blijft onduidelijk of Talese Sinatra uiteindelijk ooit gesproken heeft, waarschijnlijk niet, in de tekst niet, misschien is het daarom zo’n goed stuk. Talese observeert. Hij maakt de zwijgzaamheid van Sinatra tot onderwerp. De broodkruimel die in het notitieboekje terechtkwam: ‘His shoes, British, seemed to be shined even on the bottom of the soles.’