De beloning die ik me na een dag arbeid toesta wordt elk jaar groter. Mijn discipline taant, een dag arbeid wordt moeilijker, ik weet niet of het oorlog wordt.
Vandaag: dagboek van Henri-Frédéric Amiel (20 euro). Arena (17,95) en In de tegenwoordige tijd (41,09) van Michel Leiris. Schaduwboekhouding: 200 eieren (40 cent per ei, schaars vanwege Pasen), 43 liter benzine (één volle tank, oude Volkswagen Polo).
Het is verstandig om de tank gevuld te hebben. Om boeken te hebben, want de smartphone doet het niet zonder energie. Als alles uitvalt heb ik, in een zwarte nacht, vier uur om door diverse tunnels te rijden, die vollopen als waterpompen niet kunnen pompen (bericht Veiligheidsrisico regio Zaanstreek).
Boeken leiden de aandacht af, weg van informatie, naar introspectie, universele waarheden, andermans kwellingen en zorgen, een kaars of zaklampje volstaan.
Henri-Frédéric Amiel (1821-1881) heeft het over destillaat of indikking, over hoe een hele rozentuin nodig is voor een druppel parfum. Die indikking interesseert me.
Van een ontruiming uit een flat in de Molenwijk blijft een doos vol boeken van Irma Plugge over. Van de doos vol boeken blijft Dichtbij huis van Nicolaas Matsier over. Van Dichtbij huis blijft Henri-Frédéric Amiel, een essay over Amiel over. Van Amiel een citaat.
En nog een. En nog een.
De kunst om elke druppel op een leeg vel te laten vallen.
‘Al zijn problemen gingen een leven lang mee,’ schrijft Matsier. Amiel leed volgens zichzelf aan wilszwakte. Groot denkhoofd. Hoog absorptievermogen voor kennis. Kwellingen als hoogleraar. Raakte nooit tot schrijven, altijd tot plannen. Schreef een immens dagboek. Matsier neemt zich voor de dagboeken van Amiel in het Nederlands te vertalen, een onmogelijke taak: twaalf dundrukdelen, elk duizend tot veertienhonderd pagina’s tellend.
Heerlijk!
In de buurt van denken verkeren. Een geest vol bewustzijn.
Toen ik vanalles begon te verliezen, behalve angsten en woede, begon ik vanalles te vinden. Rode paperclips. Bergen met frietbakjes en frietzakjes. Ik zou een snackbar kunnen starten. Nordic walking-stokken. Een flamingo in een glazen bolletje, een roze aleph. Alle soorten huisraad: ovens, magnetrons, tostiijzers, haarföhns, gezichtsbruiners, kledingrekken, schoenoprekkers, spiegels, kasten, wc-brillen. Vuilniszakken met levens, inclusief burgerservicenummers, belastingaanmaningen, pasjes om gebouwen binnen te komen, iphones met gebarsten schermpjes, eindeloze strips met medicijnen, watten, handschoentjes, vloeibaar voedsel voor de laatste fase, stapels visitekaartjes, onverkochte merchandise met het logo van de visitekaartjes.
Honderden boeken in bananendozen, te slap om ze te vervoeren. Ik snap niet dat bananen daarin vervoerd worden. Wegen ze onderweg weinig tot niets? In de boeken: geld (dollarbiljetten, Turkse lira), gedroogde bloemen, afspraakkaartjes, foto’s, ansichtkaarten – een Hollands schaatstafereel, water in de vorm van ijs, ik heb het aan de muur geprikt.
Wie is Irma Plugge? Ik vind druppels parfum, fantaseer de rozentuin. In een parallel leven schrijf ik een essay, een boek, een roman, loop over de galerij van de flat, langs de vuilniszakken, gluur naar binnen. Niemand wilde haar boeken. Was zij eenzaam en verlaten, of wilde niemand haar boeken?
Hij die weelde verliest, verliest veel, hij die een vriend verliest, verliest meer, maar wie de moed verliest, verliest alles, zegt Cervantes. Gedachtes bezitten de kracht om elke vrees te dempen. We verliezen de kleur van ons haar. We verliezen de elasticiteit van onze huid. We verliezen nuance. We verliezen ons verstand (de snelheid van denken, de matigheid van opvattingen, begrip). We verliezen alles.
‘Weten hoe je ouder moet worden is een meesterwerk van wijsheid, een van de moeilijkste hoofdstukken in de grote kunst van het leven.’
‘Een ieder begrijpt slechts datgene wat hij in zichzelf terugvindt.’