Uit de essaybundel De wereld een lichaam bewaar ik een foto, een zelfkus, gemaakt door Joel Peter Witkin, gezien door Melani Reumers. Bij zelfkus denk ik aan Narcissus die zijn spiegeling in het wateroppervlak kust, ik heb dan al gelezen hoe Melani Reumers over spiegelbeelden en foto’s denkt, dat staat op de binnenflap. Bij een spiegelbeeld kun je wat je ziet bijstellen. ‘Je lacht eens wat, recht je schouders, spant je spieren aan’. Een foto vertegenwoordigt altijd de blik van een ander, je ziet wat een ander heeft gezien. Een foto is een tweetrapsraket. ‘Terwijl een spiegel altijd het nu toont, is een foto een bevroren moment van een eerder heden.’ Wat toont Le baiser (The kiss) uit 1982? Twee hoofden van oude mannen die elkaar kussen. Als ik dat lees moet ik onmiddellijk denken aan de kus tussen Erich Honecker en Leonid Brezjnev (1979), maar de foto van Joel Peter Witkin blijkt raadselachtiger, bevat niet twee hoofden, maar de twee helften van het hoofd van één man. Ik laat de woorden op me inwerken. Ik kan me geen voorstelling maken van een hoofd dat zichzelf kust, hoe ik ook probeer. Ik google. Foto geblurd op sommige sites. Mature content. Ik kijk er vijf minuten naar. Ik kan me moeilijk een voorstelling maken van een fotograaf die deze foto neemt. Hij moet ervoor naar Mexico, lijken halen. Ik voel me wegzinken in slapheid. Durfkunst, roofkunst. Ik lees de essaybundel en krijg een verhaal, een mogelijke verklaring. Een jeugdherinnering vormde de inspiratiebron voor Witkins foto. Dat verhaal kan ik goed volgen, het is lineair, een verhaal in de tijd, even surrealistisch, even gruwelijk: op een zondagochtend was kleine Joel Peter met zijn tweelingbroer (!) en zijn moeder getuige van een ongeluk waarbij drie auto’s betrokken waren. ‘Uit een auto die over de kop was gegaan, rolde iets over straat, zijn kant uit.’ Het hoofd van een klein meisje. Hij wilde erheen, ertegen praten, het aanraken, maar werd door zijn moeder weggetrokken. Door Le baiser (The kiss) te maken geeft Joel Peter een nieuw ontroerend leven aan een oudemannenhoofd, schrijft Melani Reumers, ‘al was het alleen maar op een foto’. In woorden klinkt alles logisch. Onderweg had vanalles mis kunnen gaan, maar dat gebeurde niet. De foto is er. Ik ben benieuwd wat de tweelingbroer is gaan doen, die heeft het hoofd ook zien rollen.
‘It happened on a Sunday when my mother was escorting my twin brother and me down the steps of the tenement where we lived. We were going to church. While walking down the hallway to the entrance of the building, we heard an incredible crash mixed with screaming and cries for help. The accident involved three cars, all with families in them. Somehow, in the confusion, I was no longer holding my mother’s hand. At the place where I stood at the curb, I could see something rolling from one of the overturned cars. It stopped at the curb where I stood. It was the head of a little girl. I bent down to touch the face, to speak to it – but before I could touch it someone carried me away‘