15 februari 1942. Vandaag heb ik besloten mijn gedachten tegen de dood te noteren zoals het toeval ze mij aangeeft, zonder enige samenhang en zonder ze aan een tiranniek plan te onderwerpen. Ik kan deze oorlog niet voorbijgaan zonder in mijn hart steeds maar weer te slaan met de hamer die de dood bedwingt. Dat zal pijnlijk en gemeen zijn, zoals dat bij de dood past. In vrolijke tijden wilde ik met die hamer zwaaien onder het uitroepen van grappen en drieste bedreigingen; ik stelde mij het omleggen van de dood voor als een gemaskerd feest, en in vijftig vermommingen, louter samenzweerders, wilde ik op hem afgaan. Maar nu heeft hij de maskers weer veranderd. Niet tevreden met de lopende overwinningen van de dag, grijpt hij links en rechts om zich heen. Hij zeeft de lucht en de zee, zowel het kleinste als het grootste is hem welkom, hij pakt alles tegelijk aan, hij neemt voor niets meer de tijd. Daarom houd ook ik geen tijd over. Ik moet hem grijpen, de dood, waar ik maar kan, en hem hier en daar vastspijkeren in de eerste de beste zinnen. Ik kan nu geen doodkisten voor hem timmeren, laat staan ze versieren, laat staan de versierde doodkisten in een getralied mausoleum zetten. Pascal is 39 jaar geworden, ik ben bijna 37. Met zijn lot zou ik nog maar amper twee jaar de tijd hebben, wat een haast! Hij heeft zijn ongeordende gedachten ter verdediging van het christendom nagelaten. Ik wil mijn gedachten ter verdediging van de mens tegen de dood formuleren. – Elias Canetti, Het boek tegen de dood

[Ik verlang naar een cyclisch log, bewegend met de zon. Op 15 februari typ ik een bericht, boven de berichten uit voorgaande jaren. Notities zonder samenhang, zonder ze aan een tiranniek plan te onderwerpen, behalve het cyclische. Je scrolt de diepte in – een sprong in de tijd.

365 essays, die groeien als een boom, elk jaar een jaarring erbij.

Als ik elke dag een bericht typ, ben ik na een jaar rond, en kan ik opnieuw beginnen, zoals de schilders en ijzerwerkers die de hangbrug in San Francisco onderhouden. Hun werk is nooit klaar. Met dat verschil dat ik de vorige verflaag laat bestaan. Maar net als zij, ga ik op zoek naar corrosie.

Een idee overleeft niet omdat het een goed idee is, evolutionair gezien, maar omdat de persoon met het idee overleeft, aldus Taleb.]