Op de hoek Kwekerijlaan – Moestuinlaan staat een fris wit boekenkastje met rood dakje, kaarsrecht, geduldig en betrouwbaar op wacht als een lid van de Queen’s Guard. De goed gecoiffeurde heg draagt bij aan die associatie, en ik weet dat ik er altijd iets vind.
Hoewel het één van de meest ver van mijn huis gelegen kastjes is, is het tevens een favoriet. Niet omdat ik er meer moeite voor moet doen om er te komen, maar omdat het kastje (omhulsel) alles is wat ik niet ben, terwijl de inhoud zo goed bij me past.
De kast is stevig, recht en goed gefundeerd, ogenschijnlijk ongevoelig voor invloeden van buitenaf. Een kleine kopie van de huizen in de dure nieuwbouwwijk waar het staat. Dubbelglas, strak in de lak (beits), waterpas, met deurtjes die niet alleen loodrecht hangen, ook zwaar sluiten – nog net geen zonnepaneeltje op het dak en warmtelampje binnen.
Het kastje is nooit leeg – ondanks de enorme omloopsnelheid. Een extreme eb en vloed doen zich gelden. Onlangs stond er MetaMaus van Art Spiegelman in maagdelijke staat. Het boek uit 2011 rook naar de binnenkant van een gloednieuwe BMW zoals mijn vader die vroeger kocht.
Ik fantaseer dat iemand op de uitkijk ligt en zodra hij mij signaleert verse Engelstalige boeken in het kastje stopt.
Peter Matthiessen schrijft in The Snow Leopard – dat ik zowel in het Nederlands als in het Engels heb gevonden – hoe na een zware trektocht van 35 dagen de indrukwekkende Kristalberg, een piek in de Himalaya, een magnetische aantrekkingskracht op hem uitoefent.
Eenzelfde aantrekkingskracht heeft dit kastje op mij. Het is het enige kastje waarbij ik harder ga lopen wanneer ik dichterbij kom, wellicht ook omdat ik er altijd mensen zie, kapers op de kust. Het kastje is niet langer een toevallig iets op een wandeling, het is een doel.
‘De kracht van een dergelijke berg is zo groot en tevens zo subtiel dat mensen zonder dat ze worden gedwongen er van heinde en verre naar toe worden getrokken, als door de kracht van een onzichtbare magneet; en zij zullen talloze ontberingen en tegenslagen trotseren, in hun overklaarbare drang om bij dit middelpunt van heilige kracht te komen en het te aanbidden… Dit vererende of religieuze gedrag wordt niet beïnvloed door wetenschappelijke feiten zoals getallen over hoogtes die het belangrijkst zijn in de ogen van de moderne mens. Noch wordt het gemotiveerd door de drang de berg te ‘veroveren’.’
Nooit is dit boekenkastje door mij voorgoed veroverd. Toch zou ik het begeerte noemen. Dit kastje is geen bedevaartsoort. Ik ben niet de pelgrim, ik ben de inhalige sherpa die een slaatje slaat uit de witte man die Peter Matthiessen heet. Ik lach zoals die sherpa om zijn eigen acute sneeuwblindheid lacht terwijl hij weigert een lap voor de ogen te doen, of een door de witte man aangeboden sneeuwbril op te zetten. Blind omarmt hij zijn lot, hij verzet geen stap meer, met zijn oponthoud drijft hij de witte mannen tot frustratie. Hun geld werkt niet! Dat alles lees ik in De sneeuwluipaard en ik ben op de hand van de trainerende sherpa.
Vandaag vind ik Masereels De stad (1925), die in honderd houtsneden een tijdskroniek maakte. Deze uitgave stamt uit 1968. In perfecte staat. Met een voorwoord. Het is van mij, ik heb het boek als eerste gepakt. Ik zie de zwartwitte prenten, de houtsneden, het had nu gemaakt kunnen worden.
Ik voel duidelijk drie bewegingen op me inwerken, als wind, zon, aarde. Doorverkopen, als de sluwe sherpa die alle gekregen spullen van de witte mannen verpatst om zelf op blote voeten sneeuwblind mild lachend als de boeddha de berg te bedwingen, in een tempo dat hij zelf kiest. Alles is handel. De tweede: boeken uit boekenkastjes meenemen naar huis en op mijn nachtkastje opstapelen als stenen gebeds- of meditatietorentjes. Op een dag zal ik ze lezen. Tot slot, boeken uit huis dragen, niks weten, niks lezen, wie denkt dat hij iets weet weet niks, mijn huis ijl als de lucht.
Was Peter Matthiesen werkelijk zo onthecht dat het hem niet kon schelen dat hij de sneeuwluipaard uiteindelijk niet heeft gezien? Ik geloof er niks van, hij was een schrijver, hij handelt in woorden, hij schreef over de inhalige sherpa, in wie hij iets herkende, net zoals ieder die het leest.