Voor mij was het drieling-zijn een nachtmerrie. Ik zou het mijn ergste vijand nog niet toewensen. Ik had geen identiteit los van mijn zusters. We zagen er eender uit. We kregen dezelfde cadeaus. Leraren gaven ons dezelfde cijfers. Tijdens wandelingen in het park vroegen voorbijgangers wie wie was. Soms gaf zelfs mijn moeder toe dat ze het niet wist. Het was een zwaar psychologisch gewicht om mee te dragen. Niet alleen werd ik als een niemendalletje van twee pond geboren, met een geringe kans om in leven te bijven, mijn hele jeugd was ik bezig erachter te komen wie ik was. Ik had altijd het gevoel dat ik tien keer zo hard moest werken als anderen, en tien keer zoveel moest doen om te bewijzen dat ik iets waard was, waard was om te leven. Het was een dagelijkse kwelling.

[…]

Als het tijd was om naar bed te gaan lagen we in identieke bedden tussen identiek beddengoed en legden we onze identieke kleren op identieke stoelen voor de volgende morgen. Van poppen tot boeken, alles was hetzelfde voor ons drieën. Het was om gek van te worden. Ik herinner me dat mijn arme broer werd gebruikt als waakhond wanneer wij op de po zaten. Het was zijn taak ervoor te zorgen dat ik niet opsprong en wegliep voor mijn zusjes klaar waren. Ik had een afkeer van dit gedoe en had het gevoel dat ik in een dwangbuis zat. Dit soort dingen wakkerde mijn verlangen naar een eigen identiteit aan.

stem: elisabeth kübler-ross
titel: de muis
perspectief: aan het eind van haar leven wordt elisabeth kübler-ross met haar eigen sterven geconfronteerd, autobiografie
bron: de cirkel van het leven (1998)
mopw: meerstemmige encyclopedie

[Staat in een vandaag ontdekt boekenkastje, voorbij het donkere viaduct waaronder de eenden altijd slapen, en naast het huis van de man die zijn hele voortuintje met plastic heeft volgestouwd: stoelen, gieters, emmers, tafels, stoelen, karretjes, dingen. Hij zit ernaast als een buschauffeur van een bus met spullen die nooit rijdt. Het boekenkastje is niet opgewassen tegen weersinvloeden. Alle boeken hebben zich volgezogen met vocht, krullen in mijn hand. Google Streetview: Barkpad. De foto dateert van drie jaar terug, de voortuin is nog half leeg, er staan al wel twee stoelen op de stoep, het lijkt al op een bus, of een bushalte, en ook de man is vastgelegd door het Google-karretje. Het boekenkastje van de buurvrouw is nog niet getimmerd. De eenden zijn niet vastgelegd, wel de auto’s die in de laag erboven rijden. Ik had verwacht dat Google inmiddels wel drones zou gebruiken om overal te komen, ook in donkere fietstunnels. Of op de Himalaya, Het Kristalklooster. Matthiessen.]