Zwart-wit, longshot: vanaf de coulissen van een concertzaal zie je een vrouw in een zwarte jurk met witte stippen, op de rug gefilmd, achter een piano zitten. Ze plaatst haar vingers op de toetsen en begint te spelen. Ik heb die heroïsche polonaise de laatste tijd zo vaak gehoord dat ik die al vanaf de eerste maat herken. Close-up: de vingers snellen over het klavier. Er zijn maar drie camerastandpunten, het derde is op het gezicht van de pianiste, van voren. Het is een nog heel jonge vrouw, van een verpletterende schoonheid – de verpletterende schoonheid van de jonge Delon in Rocco e suoi fratelli. Ook haar herken ik onmiddellijk, want ze is een van mijn favoriete pianisten, en niet van mij alleen. Het is Martha Argerich, ze is een jaar of twintig, misschien jonger, en ze heeft al dat lange zwarte haar, altijd los, nooit bijeengebonden, zoals ze dat haar hele leven zal houden. Haar neus is recht, haar lippen vol, haar oogleden geloken en zwaar. Ze is wild, sensueel, intens, ongetemd, geniaal. Al luisterend en kijkend vraag ik me af waarom Erica me de link naar deze video heeft gestuurd, zonder enig begeleidend commentaar, behalve als onderwerp van de mail: 5’30. Onder in beeld staat aangegeven dat de video 6’40 duurt. Ik ken ‘de heroïsche’ inmiddels als mijn broekzak, ik kan hem van begin tot eind afspelen in mijn hoofd, en dat geeft me alle tijd om me te verbazen over het spel van Martha Argerich, heel snel (6’40: iets langer dan Horowitz, korter dan alle anderen), maar nooit gehaast, ongelooflijk krachtig en vederlicht. Haar vingers over het klavier zien snellen is een verrukking, maar niets vergeleken met de expressiviteit van haar gezicht al naargelang de muziek. Uiterste concentratie, uiterste overgave. Op 4’30 komen we bij het nootje, heel hoog in de hemel, waarna de guirlande zich gaat ontrollen. Je houdt je adem in wanneer Martha Argerich de guirlande zich laat ontrollen. Ze verkeert in een soort van lome, zwevende trance. De aanduiding van Chopin voor die passage is smorzando, een ongebruikelijke aanduiding die ‘wegstervend’ betekent. Martha Argerich laat die dromerige noten een voor een wegsterven, maar zij weet en wij weten dat het hoofdthema van de polonaise zal terugkeren, en dat dit het hoogtepunt is van het werk. We zijn op 5’15, vijftien seconden voor die 5’30 waar Erica me speciaal op heeft gewezen, ik vraag me af wat er gaat gebeuren, en dan gebeurt het: het zijn de laatste noten van de guirlande voordat het hoofdthema, grandioos en geweldig, van rechts van het klavier, van rechts van het scherm weer opklinkt. Martha Argerich laat zich meevoeren door het terugkerende thema, ze berijdt het zoals een surfer een golf. Ze geeft zich er volledig aan over, helt een stukje naar links, met een hoofdbeweging waardoor ze met haar lange zwarte haren heel even uit beeld verdwijnt, en wanneer ze na die hoofdbeweging weer in beeld verschijnt, is er die glimlach. En je weet niet wat je ziet… Hij duurt maar heel even, die glimlach van een klein meisje, die glimlach die zowel uit de kindertijd stamt als voortkomt uit de muziek, die glimlach van pure blijdschap. Hij duurt precies vijf seconden, van 5’30 tot 5’35, maar in die vijf seconden vang je een glimp op van het paradijs. Zij was vijf seconden in het paradijs, maar vijf seconden is genoeg, en door naar haar te kijken heb jij er ook even deel aan. Indirect, maar toch. Je weet nu dat het bestaat.
Wat zich links bevindt
Zoals Erica had voorspeld, heb ik die video in de dagen na haar vertrek vaak bekeken. Ik luister en kijk er nog geregeld naar. Ik laat hem zien aan de mensen van wie ik hou. Nadat u het vorige hoofdstuk hebt gelezen, hebt u vermoedelijk ‘martha argerich heroïsche polonaise’ gegoogeld en die video op uw beurt bekeken. Misschien dat die ook u goed heeft gedaan. Misschien dat u de link ook doorstuurt naar de mensen van wie u houdt. Het herinnert eraan dat er, zoals Hervé zegt, een open einde aan de dingen is. Het algoritme van Google verwijst mensen die de video hebben bekeken en ervan hebben genoten naar een documentaire over de pianiste van haar dochter, die haar weliswaar mateloos bewondert maar ook goede redenen heeft om boos te zijn op die neurotische, despotische, giftige, even verschrikkelijke als overweldigende moeder. Het is bemoedigend dat de hemel zich niet alleen opent voor heiligen, wijzen en zafuzitters, maar ook voor ons anderen van dat schitterende en beklagenswaardige nerveuze type mens, voor ons anderen die belaagd worden door zwarte honden. Telkens als ik Martha Argerich, vlak voordat het grandioze en geweldige hoofdthema van de polonaise weer opklinkt, links uit beeld zie verdwijnen alsof ze ergens naar op zoek is, in de duisternis ver achter haar, en dan weer in beeld komt met die glimlach van pure blijdschap, denk ik natuurlijk aan Erica, en aan wat die beelden voor Erica betekenen. Het is de geschiedenis van haar leven: de zoektocht naar de Schim die zich ergens links achter haar schuilhoudt, de Schim en de waanzin van Claire, die ergens links achter haar spoorloos is verdwenen, maar die ergens links achter haar nog steeds in leven is, op de rand van haar blikveld, heel dichtbij en voorgoed buiten haar bereik. En wat de muziek en het gezicht van Martha Argerich wanneer ze op haar twintigste die muziek speelt, tegen Erica zeggen, en wat Erica nu op haar beurt tegen mij zegt, is dat je van die linkerkant waar Claire is verdwenen, kunt terugkeren, levend, vol leven kunt terugkeren. Er is de Schim, maar er is ook de pure blijdschap, en misschien kan er wel geen pure blijdschap zijn zonder Schim, en is het dus de moeite waard om te leven met de Schim. Erica’s cadeau is om tegen me te zeggen dat de pure blijdschap even echt is als de Schim. Niet échter, nee, éven echt, en dat is al heel wat, en dat is goed nieuws voor iemand als ik die denkt dat de ultieme werkelijkheid, het diepste geheim, dat gruwelijke zeegezicht is van Raoul Dufy.
stem: emmanuel carrère
titel: martha
perspectief: Een schrijver denkt evenwicht in het leven te hebben gevonden en begint te schrijven aan een boek over yoga, dat hij al meer dan een kwarteeuw beoefent. Maar weldra valt het serene zelfbeeld aan gruzelementen, verschijnen gebreken, leugens en verraad aan de oppervlakte en opent zich een afgrond. Zijn persoonlijk leven, zijn liefdesleven, het maatschappelijk leven (terroristische aanslagen en vluchtelingencrisis) – alles begint te wankelen. En wat als alles een illusie blijkt te zijn? De schrijver belandt in een psychiatrische inrichting in Parijs en wordt behandeld met elektroshocks: als er geen genezing is voor dit kwaad, kan hij altijd nog proberen het te beschrijven.
bron: yoga (2021) – vertaling: floor bosboom
mopw: meerstemmige encyclopedie