Als we mensen zouden vragen wat ze willen, zouden ze ‘een sneller paard’ willen, zei Ford. Hij maakte een object of desire, een betaalbare auto voor de massa in de kleur zwart (1908). Ik zou best ‘een sneller paard’ willen – een warmbloedige machine, die wanneer je de teugels aantrekt de controle aan de rijder geeft, maar zichzelf moeiteloos weet te redden en niet van een klif springt of in een sloot rijdt als je de teugels laat vieren. Een machine die groeit, zichzelf repareert en onderhoudt. Die in een wei mooi en majestueus en elegant staat te zijn. Die me aanvoelt. Die wegloopt als ik stress heb. Ik zou de machine die ik nu heb, Volkswagen, zo willen inruilen voor ‘een trager levend exemplaar’. De industriële revolutie is bruut, grof en hard als staal. De toekomst subtiel, bewust en als een wereld die was.
[bij het lezen van User friendly (2019) en Abstract: the art of design (2019)]