Het mooie van het menselijke geheugen is dat het niet perfect is. Omdat het geheugen onbetrouwbaar is, ervaringen niet alleen fragmentarisch opslaat, maar ze ook vervormt, kunnen we het ergste dempen, een zacht matrasje maken om ons op te vangen bij alles wat ons overkomt. Imperfectie is misschien wel de belangrijkste functie van het geheugen. Het geheugen, perceptie, het brein, is geen passieve bandrecorder, het is een superactieve editor, het vergeet veel, fabuleert voortdurend, en achteraf. Het creëert de vader, de moeder, de jeugd, de identiteit, mens- en wereldbeelden, die we nodig hebben. We zijn geboren leugenaars – self delusion keeps us afloat – De enige realisten zijn depressieven. Je kunt dit vermogen, verbeeldingskracht, het vermogen om verhalen te vertellen, een vorm van escapisme noemen, maar, zoals Ursula Le Guin zo treffend zegt, niemand ontsnapt naar een gevangenis. ‘My imagination makes me human and makes me a fool; it gives me all the world and exiles me from it.’ Via verhalen kunnen we de dingen snel meemaken, vaak nog beter dan via ervaren. De wereld walst over ons heen, is onbegrijpelijk, en we doen er dertig jaar over om iets van het gebeurde, onze ervaring, te maken. Ik wil minder meemaken, zodat ik het brein niet overbelast.
[bij het maken van een cursus psychologie en het duwen op de knop voor Randy Olson]