Een man, in het zwart gekleed, loopt in een wit landschap voor een ijsbreker uit. Achter hem kraakt het ijs, het wak zit hem op de hielen, hij moet blijven lopen, het schip volgt hem. Die man, piepklein, is Guido van der Werve.
In Human, een film van Yann Arthus-Bertrand, schuift een machine enorme bergen afval voor zich uit. De stulpende massa golft en schuift, stuwt en kluwt. Een man loopt voor de kruiende massa uit, het landschap duwt hem vooruit. Hij kan elk moment verzwolgen worden. Hij draagt een blauwe plastic handschoen, in zijn hand afvalresten, op zijn rug een rugzak, de camera zoomt uit hij is met tientallen.
I am one man among seven billion others. For the past 40 years, I have been photographing our planet and its human diversity, and I have the feeling that humanity is not making any progress. We can’t always manage to live together. Why is that? I didn’t look for an answer in statistics or analysis, but in man himself.
In de film zitten mensen die verhalen vertellen, maar het gaat me om de beelden die Yann Arthus-Bertrand tussen de gezichten plakt. Hij filmt Earth zoals Google het zou kunnen doen. Bovenaanzichten, een microscoop gericht op de aarde.
Hij stopt zijn beelden vol met duizenden mensen uit 60 landen, filmt voetbalstadia, vuilnisbelten, mensen die hudjemudje in een zwembad drijven, samen een menselijke golf vormen, elk organisme hangt in een fel gekleurde zwemband, je ziet geen water, geen individu, enkel een beeldvullend tapijt mensen, alsof je naar golvende megastallen vol legkippen staart.
De man alleen, voor de ijsbreker, activeert een herinnering aan een kunstwerk van Antti Laitinen dat ik zag in Z33, Huis voor Actuele Kunst.
Laitinen zit op een eilandje, vlak voor de kust. Dat eilandje is er eerst niet. Hij maakt het door zandzakken naar een plek te sjouwen die alleen voor hem aanwijsbaar is. Het kijken naar het maken is onderdeel van het werk. Het sjouwen duurt lang. De zee slokt alle zakken op, alsof de vrucheloosheid van de handeling iets uitdrukt over het bestaan en over de gekozen kunstvorm: film is wachten. Een zwoegende man, het water te zout om te drinken, man gaat door, je ziet geen vooruitgang, wat demotiveert en moedeloos maakt, je wil dat het klaar is, je brein extrapoleert, meent het inmiddels wel te weten, verlangt naar het einde, wat doet vermoeden dat de kunstenaar de psyche van de kijker tot het uiterste wil beproeven, wat iets zegt over mijn ongeduld en hoe ik over sommige kunstenaars denk. Uiteindelijk zit Laitinen op zijn eilandje, hongerig, moe, als een ijsbeer klaar om een nieuwe jachtstrategie te proberen. Als ik, bijna tien jaar later, op zijn website kijk zie ik dat hij meer sisyphus-werk gemaakt heeft: hij heeft met twee emmers een meer zo’n tien meter verplaatst.
De kunstenaar snijdt weg wat niet man, schip, brekend ijs, zee, zandzak is. Kunst gaat over controle. Ik download het filmpje van de menselijke golf in China – mijn ware schrikbeeld. Er is geen millimeter ruimte.