In 1972 werd de Pioneer 10 gelanceerd in de richting van de rode ster Aldebaran. Met zijn 52.810 km/u zal het 2 miljoen jaar duren voor het ruimteschip daar aankomt. Aan boord van de Pioneer 10 is een plaquette, waarin wij, aardbewoners, ons bekend maken aan buitenaardse intelligenties.
De ontwerper kreeg drie weken de tijd om de plaquette te ontwerpen. Wat zet je in zo’n ruimtebrief? Jezelf, want het is moeilijk om buiten jezelf denken. Waar je vandaan komt, de aarde, zodat je voor buitenaardse intelligenties een makkelijke prooi bent. Wie laat je de ruimtebrief tekenen? Je vrouw, want die kan dat. Wie kan het ontwerp ontcijferen? Niemand.
De plaquette bevat een afbeelding van een man en een vrouw, naakt. De man heft zijn rechterhand als gebaar van goede wil. De man heeft genitaliën, de vrouw niet. De vrouw is één meter achtenzestig groot, omdat de computer geanalyseerd heeft dat de gemiddelde persoon zo groot is en er zo uitziet als op het plaatje.
Door de plaquette aan boord van Pioneer 10 besef ik dat het onmogelijk is iets algemeens over de wereld en de mens te zeggen. Je kunt het hebben over een specifieke mens en die beschrijven. De mens bestaat niet, hoeveel plaquettes er ook de ruimte in worden geschoten.
De Pioneer 10 heeft ons zonnestelsel inmiddels verlaten, op 23 januari 2003 werd het laatste signaal ontvangen.