Ik vraag Meester Fong regelmatig om raad. Hij is een zoekmachine waarvan ik weet dat iets chinees naar boven komt, vaak iets wijs, na allerlei omzwervingen. Vandaag vraag ik of hij verhalen kent over appels, het hart en Freud. Zijn antwoord ligt na twee uur en 21 minuten op de mat. Hij zegt dat hij dit weekend in de hangmat op zijn balkon zal gaan liggen. Ik bedank hem alvast.
‘Verhalen over het hart zijn er zeker genoeg. Het hart is bij de chinezen het belangrijkste denk-orgaan. Keuzes, oordelen, waarderingen en van die dingen. Al is het denken bij chinezen niet per definitie rationeel. Dus als je verhaaltjes zoekt waarbij het hart meer romantisch geïnterpreteerd moet worden, dan zullen de chinezen je teleurstellen. In het Chinese mensbeeld heeft ieder orgaan een eigen ziel, en ze zijn het niet altijd met elkaar eens. Het hart moet aan het hoofd staan (wat een westerse metafoor is). Het hart is subjectief. De waarde van objectiviteit kenden de meeste oude chinezen niet. De kunst is om je eigen intenties niet te laten botsen met de omgeving. Daarvoor moet je hart uitgedoofd zijn. Met een uitgedoofd hart zijn je spontane verlangens automatisch in harmonie met de natuur.
Een timmerman moest eens een rekje timmeren. Daarvoor had ie geschikt hout nodig. Eerst ging hij drie dagen mediteren om zijn hart uit te doven. Daarna liep ie het bos in, op zoek naar hout dat al een rekje was zodat hij het niet hoefde te timmeren.
Over Freud heb ik nooit iets gelezen bij de oude chinezen. Maar Mencius had wel een soort van psychoanalytische methode om met de koning te converseren. Verhalen van Mencius zijn psychoanalytische gesprekken met de koning waarbij Mencius de koning laat zien wat zijn echte onderliggende motieven zijn om iets wel of niet te doen. Het gaat bij Mencius niet om verlangens naar zijn moeder, maar om het spontane verlangen van de koning om een goede vader te zijn voor zijn volk. Als Mencius in de 20ste eeuw zou leven, zou ie zeker in de psychoanalytische hoek worden geplaatst, al is dat een wat rare idealistische uithoek.
Over appels ken ik geen verhalen. Wel over bomen. Bij Zhuangzi vind je meerdere verhalen over nutteloze bomen, geen appelbomen dus, vooral geen appelbomen, want nutteloze bomen zijn het beste. Daar kan je op je gemak tegen aan gaan zitten zonder dat je het risico loopt dat iemand de boom van je af wil pakken. Nutteloze bomen zijn daarom het beste om tegen aan te zitten.’