tafelvoetbal, flipperkast, Space Invaders
Als je een stap achteruit doet, of eigenlijk twee, zie je een reeks spellen die je beter dan welke andere reeks ook kan laten VOELEN, meer nog dan begrijpen, wat de essentie van de digitale revolutie is. Die reeks is: tafelvoetbal, flipperkast, Space Invaders. En kijk goed naar die reeks: probeer die fysiek te voelen, speel die drie spellen nog eens, in je hoofd, het ene na het andere. Dan zul je voelen dat er bij elke overgang iets oplost, dat het allemaal abstracter wordt, lichter, vloeibaarder, kunstmatiger, sneller, synthetischer. Een mutatie. Heel vergelijkbaar met de mutatie die ons van het analoge naar het digitale tijdperk heeft gevoerd. Dat is neit zo heel ingewikkeld, het is voornamelijk een fysieke kwestie. Bij tafelvoetbal voel je de schoten in je handpalm, de geluiden zijn natuurlijk en komen voort uit de mechanica van de dingen, het is allemaal heel reëel, het balletje bestaat echt, jij spant je fysiek in, je staat te bewegen, te zweten; bij de flipperkast verandert er iets, het spel is onder glas geplaatst, de geluiden zijn voor het merendeel gereproduceerd, elektronisch, de afstand tussen jou en het balletje neemt toe, alles wordt geconcentreerd in twee knoppen die je slechts een vaag gevoel geven van het balletje, zeg maar een semiperceptie. De beweging van de handen, die bij het tafelvoetbal nog een heel scala aan snelheden en nuances kon omvatten, wordt hier samengevat in het werk van twee vingers die nog wel een bepaald aantal opties hebben, maar dat aantal is toch vrij beperkt, en in wezen slechts gereserveerd voor de meer bedreven spelers. Wat je lichaam betreft, dat is vrijwel afwezig, bijna verdreven uit de kern van de zaak: het enige wat rest is een bepaalde bekkenbeweging die werd gebruikt om de loop van het balletje te beïnvloeden en om een sneue seksuele toespeling te maken: om beide redenen was het verboden die al te nadrukkelijk te maken. En doe nu dan eens een spelletje Space Invaders. Lichaam? Verdwenen. Er is bijna niets fysieks meer aan, strikt genomen, het balletje (de marsmannetjes) is niet echt, en de geluiden zijn dat evenmin. Een scherm, dat er bij het tafelvoetbal niet was en bij de flipperkast alleen maar de punten bijhield, heeft nu alles verorberd, en is het speelveld geworden. Het is allemaal immaterieel, grafisch, indirect. Als er al een werkelijkheid is, wordt die aangeboden in een voorstelling achter glas die ik niet kan wijzigen, behalve via commando’s die buiten de werkelijkheid staan en haar op onpersoonlijke wijze opdrachten doorgeven. Zo op papier lijkt het allemaal heel kil, beperkend, verstikkend, eigenlijk treurig: maar ga nu maar eens spelen en probeer te voelen dat er ineens geen wrijving meer is, voel de gladheid van het speelveld, de lichtheid van de handeling, de bijna vloeiende stroom van opdrachten en beslissingen, hoe elke spelsituatie wordt gereduceerd tot de essentie, de feilloosheid van het systeem, de mogelijkheid tot vrijwel absolute concentratie, de vaart van het hele gebeuren. Ga nu in één nanoseconde terug naar de handvatten van het tafelvoetbal. Dat is wel even een schok, hè? Alsof je ineens uit een meditatiesessie wordt gerukt en midden in een cafégesprek wordt geplempt: het is ineens zo stroef allemaal, zo gekunsteld, onnauwkeurig en irritant echt… Niet dat het ene beter is dan het andere, dat kun je niet zeggen, maar ze zijn wel heel anders, totaal anders. In welke van de twee zou je zeggen dat je meer aanwezig bent, levendiger, meer jezelf? Blijf nog even wat staan klungelen bij het tafelvoetbal en spring dan in één keer terug naar de console van Space Invaders. Ga een paar keer heen en weer, met eventueel af en toe een tussenstop bij de flipperkast. Doe het serieus. Voel je de migratie? Ik bedoel letterlijk de migratie: de verplaatsing van het zwaartepunt waar het allemaal om draait, het verglijden van allerlei details van de ene naar de andere kant van het landschap, en zelfs de verschuiving van je capaciteiten, je mogelijkheden, je sensaties, je emoties. HOE DE CONSISTENTIE VAN DE ERVARING MUTEERT. Het zijn alleen maar drie spellen, maar er zijn zoveel dingen die migreren onderweg van het oudste naar het nieuwste. Verdoe nu geen tijd met proberen te beoordelen wat beter of slechter is, maar concentreer je en probeer die migratie te vangen in één blik, in één gevoel. Vooral in een gevoel. Gelukt? Mooi zo. Wat je nu voelt is de soort stroming die de overgang van analoog naar digitaal karakteriseert. Nu heb je de centrale zenuw te pakken van de revolutie die we doormaken. De grondbeweging. Het geheim, zo je wilt. Al is het maar een spelletje voor mensen met te veel tijd, Space Invaders is wel een van de eerste geologische sporen van een aardbeving. De kern ervan was overigens al volledig digitaal – software op een geheugenkaart. Als de digitale revolutie een ruggengraat heeft, kunnen we dat spel beschouwen als de eerste wervel. Hij bolt maar een klein beetje op, onder de huid van de wereld, maar je kunt hem met je vingers voelen, je kunt hem met je ogen zien. Hij bestaat. Het is een begin.
stem: alessandro barrico
perspectief: in dit boek is er voornamelijk voor gekozen de gebeurtenissen alleen maar te benoemen als ze aan de oppervlakte van het collectieve gebruik zijn gekomen, en daarmee een landschap zijn geworden waar heel veel mensen wonen, en niet alleen een bepaalde elite.
titel: de nulwervel
bron: the game (2019) (vert. manon smits)
mopw: meerstemmige encyclopedie