The prevailing wisdom is that writers ought to write a quick and sloppy first draft and then go back and spin it into gold. This has never worked for me. If I produce a mess, I never want to see it again. – Sarah Manguso
Uit een zin ontstaat de volgende. Knausgård heeft het over ‘wat vooraf aanwezig is’ en ‘het voorafloze ontstaan’. Hij bedoelt niet dat een schrijver als hij gaat schrijven alles om zich heen vergeet, als een ontvankelijk kind temidden van een onbevattelijke wereld, open voor elke indruk, maar ook weer wel. Wie schrijft kan zich bevrijden van kennis, aannames, voorafbedachtheid, een tevoren opgelegde orde. Als dat lukt, door dicht bij de woorden te blijven, de tekst, ontstáát een wereld, de lezer zal dit ook ervaren. Deze naïeve manier van schrijven gaat uit van een naïeve poëtica: je drukt niets uit, iets komt tot leven, op papier. Voorafloos, een ribbel zand die reageert op een windvlaag, een hand, een worm of krabje naar boven duwt.