You cannot reduce the complexity and richness of life in yes/no, on/off. UKL
Ik denk dat ze van bomen houdt vanwege trage gebaren; het gaat niet enkel om vinden, ook om binden.
Ze appt een foto van haar gezicht, is op de trambaan gevallen. Een foto van Nan Goldin. Ik maak me zorgen. Ik ken haar wel en niet.
Hij vindt het leuk om op zichzelf te wonen, te koken. Ik twinkel mee. Hij is licht, leuk, vandaag. Net als zijn tekening.
Interactie of schrijven?
Alles zit vervat in dat ene woordje dat de vraag doormidden hakt, ‘en’ wordt ‘of’ nooit, we hebben hier niet te maken met wiskunde: je hoofd vult zich met wat er te doen is.
Wie schrijft maakt de keuze om te schrijven, schrijven is een luxeproduct, je geeft jezelf toestemming, je vindt jezelf belangrijk genoeg. Als werk heeft schrijven nog nooit gevoeld omdat je bezig bent met eigen woorden en gedachten, ook als ze van een ander zijn. Als schrijven heeft werk nog nooit gevoeld, ondergedompeld in de ander, zijn wensen, verlangens, goedkeuring, bevestiging – en vice versa.
Een stokroos wordt een stokroos. Wat is de causa formalis van een mens? Ziel? Ik poog nu Adlers ding: gemeenschapsgevoel, werk. En ik word ziek van vermoeidheid, door de klok, die is chronos. Dan daar, dan daar, dan daar. Op schrijven kijk ik nu neer: zie mij, hoor mij, ik doe ertoe.