We zeggen nooit dat we naar een toneelstuk luisteren. We kijken ernaar. – Adam Phillips
Ik probeer het me voor te stellen, niet naar Beckett kijken, Beckett horen. Zijn tekst gehoorzamen – want wat is toneeltekst in zijn geval anders dan een reeks verkapte regieaanwijzingen? Laat het niets betekenen. We zijn toch niet iets aan het betekenen? (Eindspel) Ik zou simpelweg kunnen stoppen betekenis te zoeken, niet langer toegeven aan het verlangen om elk woord, elk gebaar, te willen begrijpen. Wat wil Beckett zeggen? Dat idee sluit aan bij wat Phillips zich afvraagt in het hoofdstuk Onbegrip in Missing out, In praise of the Unlived Life: ‘waarom is het zo moeilijk te genieten van iets niet begrijpen?’ We voelen ons ellendig als we een grap niet snappen, of een kunstwerk. Het Engelse ‘on not getting it’ is dubbelzinniger dan ‘onbegrip’. Not getting it, niet krijgen wat je wil. Misschien is het een taak van kunst om zulke ervaringen te bieden, je de vernedering te laten ervaren die gepaard gaat met ‘niet snappen’, met niet krijgen wat je wil. Ik snap Beckett niet. Dat is misschien het punt. Zijn werk is niet absurd, mijn verlangen het te willen begrijpen is dat. Er is een leven denkbaar waarin niet-begrijpen het punt is en niet het probleem, schrijft Phillips. Een nooit aflatende wil tot begrijpen kan een vlucht zijn van iets wat waardevoller en plezieriger is. Ik hoef mensen niet te begrijpen, mensen mij niet. Beckett is een mier, een bloempje, een orkaan, dood. Leve Beckett.