Theater droomt natuurlijk zelf ‘a new world into being’. Die nieuwe wereld, een visioen, bestaat voor de duur van het donker en daarna in de hoofden van iedereen die er was. Ik kijk naar een tuin vol stralend, helder licht. Klanken zwellen aan, de tuin wordt vol lucht geblazen, een nieuwe wereld wordt langzaam wakker. Botanical Wasteland eindigt met een symfonie, een wedergeboorte, 24 luchtslangen sturen dingen die ademen aan (ballonnen), 8 kanalen de rest (rode autolampen op statieven die in- en uitklappen, radio’s die CNN laten horen). Bo wil dat de ballonnen zich voller kunnen zuigen, niet leeglopen op het eind, hij verlangt meer blaaskracht. John loopt naar de zijkant om de luchtdruk te verhogen tot 8 bar. Ik zie geen mensen in deze lieflijke tuin, locus amoenus, maar dat betekent niet dat ze er niet zijn. Suzan heeft zojuist een computerscherm op haar hoofd gekregen terwijl ze op de grond lag en incubeerde tot nieuwe mens. Ze is naar de spoedeisende hulp, haar hoofd wordt gelijmd.
[Wat een trip, zo’n maakproces. Nog een week tot de première.]