Didn’t Coelho say he wrote The alchemist in two weeks? Mulisch this one in one? Why not a logpost in twelve minutes (koud, wind). Deze opmerkingen fungeren als opgezette pauwestaarten, bedoeld om te imponeren. The thrill, the beauty, duren twee minuten. Then anxiety sets in. En het ridicule. You think, this tail is difficult in day to day life. You can’t walk like that 24 hours a day.
The enormous excess most of the time! To live in this world of plenty! Achter elke zin passen met gemak drie uitroeptekens. En de marge, de ruimte voor fouten. De pauwestaart, dat onhandige ding, herinnert me aan what I read, Vonnegut about the Irish elk, with the big antlers, the size of ballroom chandeliers, fascinating examples of how tolerant nature could be of clearly ridiculous mistakes in evolution (p. 29, Galapagos). Te grote geweien om te vechten of zichzelf te verdedigen, te onhandig om in dichte bossen en zwaar struikgewas voedsel te vinden. Toch hebben ze het tweeeneenhalf million years uitgehouden. This is remarkable. They lasted twoandahalfmillionyears. This room for error should cheer anyone up. Ik kijk naar de gebouwen en kranen. Twintig kranen passeer ik en één zwaan. Het is mogelijk.