Leven is een proces waarin de materie geest voortbrengt, zichzelf slimmer maakt, gevoeliger, bewuster. (p. 10)
De materie zelf heeft het in zich iets anders te worden dan ze van nature is: dood spul. (p. 11)
In de bacterie zit alles wat leven is: 500 genen onmisbaar voor basisprocessen van ademhaling, voedselverwerking en celdeling.
Materie heeft zichzelf tot leven georganiseerd en gaat daarmee tot op de dag van vandaag door. (p. 18)
Leven = expressie van zichzelf activerende code. (p. 29)
DNA heeft een lichaam nodig, een cel, een computer die een programma kan runnen.
Leven is onnatuurlijk.
Van nature bedreigt natuur leven.
Natuur wil leven, jou en mij, voortdurend dood hebben (entropie).
In de kosmos is weinig leven.
Materie is één keer tot leven gebracht en zo slim gebleken dat het zich niet heeft laten uitdoven, maar de anorganische natuur doet er alles aan om leven te eindigen (catastrofes, meteorieten, vulkanen).
Het doel van leven is niet doodgaan, maar doorgaan, in telkens andere vormen. (p.32)
[kan niet wachten tot het nieuwe boek van Arjen Mulder uit is, Vanuit de plant gezien, pleidooi voor een plantaardige planeet, zijn vorige heb ik verslonden, verteerd, verwerkt.]