Ik voel me ellendig. Het verdwijnt als ik schrijf, en daarom schrijf ik ook, het is een vlucht, voor mezelf. – Karl Ove Knausgård, Het Amerika van de ziel
Ik heb geen idee hoe het verder moet.
Parkeer het, kom de dag door, zegt ze.
Zet het naar je hand, zegt iemand.
Als ik me niet grondeloos zou voelen, was er weinig aan de hand.
Je moet voelen, zeggen sommigen, het gevoel echt toelaten.
De grondeloosheid ervan, de diepte, de afgrond.
Kom dan nog maar eens de deur uit.
Ik weet dat het voorbijgaat, zoals alles.
Ik lees als ik weer thuis ben andermans grondeloosheid.