Het vogeltje dat op de tak hupt en met vederlichte vogelgedachtes zijn dingetje doet, choreografie uitvoert, tjilpt, zich zorgen maakt, plet me – en dat is dan één vierkante decimeter waar ik toevallig even naar kijk voordat ik naar werk vertrek.
In de verte hoor ik de zware klaroenstoot van een cruiseboot die Amsterdam wakkertoetert bij het binnenvaren. Daar zit drieduizend man op. Die gaan Louis Vuitton-tassen kopen in een warenhuis in de stad en dan weer naar hun eiland.
De werkelijkheid zit 360 graden om me heen, laag op laag, seconde na seconde na seconde na seconde (en zo’n vogeltje, dat permanent schril alarm slaat, beweegt ook nog), een dik ruimtepak waar ik niet uit kan, nonstop werken krachten erop in, prikkels prikken gaatjes, doorboren de lagen, ik heb dat ruimtepak ook nodig, tegendruk, isolatie, ik ben de werkelijkheid, het ruimtepak, maar het belemmert ook, de lagen drukken twee kanten op.
Anders gezegd, aan bewustzijn is geen beginnen aan.