I don’t read poetry, I read Anne Sexton. – een lezer
Anne Sexton schrijft aan Dr. Martin T. Orne:
If I write RATS and discover that rats reads STAR backwards, and amazingly STAR is wonderful and good because I found it in rats, then is star untrue? […] Of course I KNOW that words are just a counting game, I know this until the words start to arrange themselves and write something better than I would ever know. […] I don’t really believe the poem, but the name is surely mine so I must belong to the poem. So I must be real. […] When you say ‘words mean nothing’ then it means that the real me is nothing. All I am is the trick of words writing themselves.
De vorm bevat de vrouw.
Een gedicht is politiek: wat ik (poem’s I) zeg heeft waarde om gezegd te zijn, en ik (poem’s I) kan het goed genoeg zeggen, ook voor anderen.
Een gedicht is persoonlijk: a defense against isolation, being constructed out of blood and sorrow and fury (Maxine Kumin over Anne Sexton).
Een gedicht onthult de maker: iemand zegt ik (vind, denk, weet niet, snap, begrijp, voel, wantrouw, roep aan, strijd, vlucht, sla, zwijg).
Vul voor gedicht ‘ik’ in en omgekeerd.