ouder worden als kijken naar een ontdooiend vriesvak: je
weet waar je op wacht, maar het duurt lang – Lieke Marsman
Er wordt gedacht aan wit schilderen van woestijnen (om zonlicht terug te kaatsen als mogelijke oplossing voor klimaatproblemen).
Er wordt een zin herinnerd uit een essay van Patricia de Martelaere: ‘onder iedere geliefde ligt het lege bed’.
Er wordt gevraagd wanneer heuvels overgaan in bergen.
Er wordt geopperd dat aan verlangen geen gemis ten grondslag ligt maar een overschot, een teveel (Chris Kraus).
Er wordt geciteerd (Naomi Klein, Joni Mitchell, Jean Rhys).
Er wordt depressie beëssayeerd.
Er wordt geschreven over wachten,
En als ik zeg dat ik al twee jaar op haar wacht, bedoel ik niet dat er twee jaren voorbij zijn gegaan waarin ik af en toe op haar gewacht heb, dat ik ‘globaal’ op haar wachtte, zoals je misschien wacht op mooi weer tijdens een regenachtige lente, of aan het eind van de kerstvakantie begint te wachten tot de zomervakantie voor de deur staat. Ik bedoel dat ik wacht, zoals je wacht op een belangrijk telefoontje. Zoals je bij de dokter wacht. Zoals je wacht op een hond die een weggegooide stok komt terugbrengen: het wachten is de enige activiteit. Stel het je voor: iedere dag bij iedere dag moeten zijn. – Lieke Marsman
***
Ik weet niet wat ik zojuist heb gelezen, in één ruk – veel witruimte, alsof de leegte, alsof weinig op de pagina, alsof nadruk, alsof dichten, alsof dichtregels, dichte regels, alsof dichtsmeren, alsof snel kunnen omslaan (tegenwicht, vooruitgang), alsof schrappen (het in het zelf snijden tegen het teveel, alles moet erin, opblazen die dam), alsof totaal, alsof absoluut, alsof angst, wie/wat wil zo iemand, zo’n geest, zo’n eenzaamheid* (schilder de geest wit, koel af, dichten is het kilste van het kilste schrijven).
Leidt naar Naomi Klein.
* het verdrietige besef dat je voor niemand iets betekent