Soms wil ik een gans zijn in een V-formatie, wegvliegen van hier, naar het Noorden, niet naar het Zuiden, nergens over nadenken, enkel de voorganger in de gaten houden. Zij en ik, we toeren over de Zeeuwse eilanden, en ik zie een bordje druiven en ik wil de druiven (greed) en we stoppen bij het stalletje. Er ligt vanalles. Er staan drie doosjes druiven, ik pak het meest volle (greed). Op een stickertje staat 1.40 geschreven. Terwijl ik munten zoek en voordat we het weten is het kwaad uit de boerderij rap en geruisloos over de lange oprit naar de rand van de weg gegleden, gritst het bakje druiven uit mijn hand, en zegt ‘dat is niet goed’ en ik denk, wat is niet goed, zijn die druiven niet goed? en ze pakt het teveel in het bakje eraf, het is te vol. Ze denkt natuurlijk dat ik druiven uit een ander bakje heb staan overhevelen, hebzuchtige vreemdeling die ik ben, maar alle bakjes zijn nog vol, alleen dit bakje is iets voller. Ze heeft dit bakje zelf daar neergezet. Of haar man. En ze zegt, ik maak een mooi prijsje en ze duwt alle bakjes in mijn armen en ze zegt ‘vier euro’ en even later – al met al duurt de transactie 30 seconden – zitten we in de auto, en ik denk, wat is hier gebeurd, ik zit met drie bakjes op schoot, en ik wind me op terwijl ze de auto rustig de landweg op stuurt: ik wil geen drie bakken druiven. En dat mooie prijsje is 20 cent korting. En als we het de volgende ochtend vroeg hebben over wat hier nou gebeurde zegt ze dat het in ieder geval in real life was wat hier gebeurde, dat het echt was, die vrouw was echt, en ze stuurt me een plaatje van Google Maps, ze heeft de boerderij opgespoord, en er staan mensen bij het stalletje en ik wil ze waarschuwen: let op, die vrouw is een serpent, ze verleidt je, je gaat weg met wat je niet wil, dat is zonde. Maar goed, we staan in haar Hof van Eden en de familie heet niet Jobse zoals veel families daar, en trouwens, waar was ik toen deze boerderij gebouwd werd, waar was ik? Het raakt me, op een andere manier dan kunst me raakt (we waren de abdijkerk van Marinus Boezem in Kemzeke gaan kijken). Ik wil blijven vertrouwen op het onmiddellijke mechanisme van de emotie: frustratie, woede. Ik kan iets leren van deze vrouw. Maar wat? De Zeeuwse volksaard? Koopmanschap? Opdringerigheid? Alles mag dan een illusie zijn, spektakel, het raken is echt.
Ik geef de druiven aan de merels.