When we write, we’re in danger of reproducing the same boredom we experience in real life. – Lisa Friedman

Met een tandenstoker peutert ze technieken uit de verzameling teksten die ze meegenomen heeft. Ook zwaarmoedige voorbeelden, daaruit leest ze korter voor (‘this is so depressed’). Vrouw die nooit van haar man gehouden heeft. Vrouw die uiteen wil vallen. Vrouw die wil oplossen. Vrouw op zoek naar leegte. Ik ervaar die teksten niet als deprimerend, integendeel, op een dag hebben die vrouwen een letter op papier gezet. Ik vind makkelijker troost bij iemand die door de witte leegte is heengevallen, nooit van de rug van die man gehouden heeft, die teleurstelling heel precies weet op te schrijven, dan dat ik lach om grappige teksten die we ook bestuderen. ‘I think they were sleeping together’ en dan zes zinnen verderop ‘she was definitely sleeping with him’. Lezen is zo persoonlijk: je hoopt onderweg iemand tegen te komen die dat ene zinnetje tegen je zegt. En dat steeds opnieuw. Vermin. Weed.

– She was so tired she couldn’t remember the Italian word for milk (Barbara Grizzuti, Secret thoughts of a married woman).
– I am not entirely content with the degree of whiteness in my life (Jenny Diski, Skating to Antarctica: a journey to the end of the world).
– I was tired of being the person I was on an almost atomic level (Jessa Crispin, The dead ladies project: exiles, expats, and ex-countries).

«