Iets van de jager-verzamelaar zit in mijn bloed.
Zo heb ik een encyclopedie met alle zelfdodingen veroorzaakt door de financiële crisis in 2008, The Complete Lexicon of Crisis Related Suicides, 2008-2013, Volume 1 van Richard Sluijs. Een bakbeest van een boek met zwarte pagina’s.
Een encyclopedie met elk eerste plaatje dat Google geeft als je alle 21.110 woorden uit The Oxford English Pocket Diary intypt. Die encyclopedie, Google Volume One (2014), is een momentopname, als ik vandaag dezelfde search zou uitvoeren komen andere beelden tevoorschijn, alsof Google wispelturig is.
Eentje met 1001 vrouwen uit de Nederlandse geschiedenis, net zo willekeurig als 999 of 666.
Een Noorse konversasjonsleksikon, met een stevig leren omslag, prachtig verpakt, die lustig met lemma’s strooit ‘entirely in disagreement with conventional truths’, een subjectieve encyclopedie, vol verbeeldingskracht.
Mijn favoriet, vanwege het beheerste voyeurisme, The Encyclopedia of Kurt Caviezel, die 15 jaar lang 15.000 webcams heeft gemonitord, en 3 miljoen screenshots categoriseerde. Birdhouse. Black sun. Blind. Bus stop. Elk begrip een mozaïek van plaatjes.
Ik kan niet ophouden met kijken naar een serie foto’s bij Bus stop: een eenzame figuur op de rug gezien, aan de rand van de weg, een paar meter van het bushokje vandaan. Hij staat er in weer en wind, regen, sneeuw. Ik stel me voor dat er 1x per dag een bus stopt, en dat hij die bus voor geen goud wil missen, op weg naar een geheim rendez-vous in de stad. Soms heeft de man een andere gestalte, dan draagt hij een rok, alsof hij elke gedaante kan aannemen terwijl de situatie nooit verandert.
Een verzameling Dominique Lamberts.
Ik raadpleeg ze zelden, mijn encyclopedieën, zoals ik ook mijn collectie suikerzakjes niet leegschud in de thee.