Wat is schrijven toch, het is zo’n vreemde activiteit. Je kunt moeiteloos vooruit en achteruit in de tijd, alsof je beschikt over een auto met een schakelbak. Schrijven is noodgedwongen lineair (althans het eindproduct), woord na woord, terwijl niks in het leven lineair verloopt, duizend dingen gebeuren tegelijkertijd. Schrijven is 99,99999 procent uitsluiten, zoveel weglaten is waarschijnlijk wat het zo bevredigend maakt. Nee, nee, nee. Ik heb 2500 woorden geschreven, ik kan me een boek, een 0 of wat extra, en dat maal 4, niet eens voorstellen. Tijdens die periode van schrijven, meer dan een maand, gebeurt teveel wat er ook in wil, als een kat die voortdurend kopjes geeft.
[En dan de beloning: met woorden katapulteren we onszelf het verleden en de toekomst in.]