Ik begin een hekel te krijgen aan Google, niet omdat ik nooit een zoekterm invoer – ik doe dat elk uur –, niet omdat ik niet bovenaan de ranking wil komen te staan – ik wil dat –, maar omdat ik me niet herinner hoe ik problemen oploste vóór Google.
Telefoneerde ik met mijn moeder?
Bladerde ik in een atlas?
Volgde ik een cursus?
Keek ik door een sleutelgat?
De wereld voor 1995 is grijs en amorf, het had net zo goed 1200 kunnen zijn. De pest, cholera, tuberculose. Bang dat de liefde niet wederzijds is, bang dat ik tekortschiet, bang dat Google me uitspuugt. Dat ik alles moet weten.