Als ik het goed begrijp kozen Adam en Eva de verkeerde boom om van te eten, er was er ook een boom die hen onsterfelijk had kunnen maken, ze kozen alwetendheid. Joseph Campbell noemt Genesis een kindersprookje: ongehoorzame kinderen, boze vader, straf. De boeddhistische variant is voor volwassenen. Ook in dat verhaal is sprake van een tuin, een boom, een slang, van de psyche die iets duidelijk probeert te maken aan de psyche. De slang is een positief personage, ze helpt de prins om stormen te doorstaan, ze belichaamt onsterfelijkheid (huid afwerpen, herboren worden).
Whereas the level of instruction represented in the Bible story is that, pretty much, of a nursery tale of disobedience and its punishment, inculcating an attitude of dependency, fear, and respectful devotion, such as might be thought appropriate for a child in relation to a parent, the Buddhist teaching, in contrast, is for self-responsible adults.
Interpretaties: Kennis van goed en kwaad zit in de mens zelf. In een wereld vol tegenstellingen ga je je schamen voor wat je niet bent. – Myths to live by, Joseph Campbell