Vanuit het persoonlijke probeer ik te denken en schrijven. Montaigne deed dat ook (essais = probeersels). Met zo’n vergelijking moet je natuurlijk oppassen, voor je het weet knoei je zinnen als: vanuit gedroomde loopacties/diepgang/doelpunt/Maradona. Schrijven is een kwestie van proportionaliteit, van voortdurend zoeken naar de juiste schaal terwijl je intussen balanceert tussen potsierlijkheid, grootheidswaanzin en oprechtheid. Dat indachtig heb ik gisteren bij bol.com een boek besteld over Marie Le Jars de Gournay (1565-1645), die na het lezen van de essays van Montaigne uit pure bewondering en in bloedige dweepzucht flauwviel – wat Stendhal een paar honderd jaar later in Florence zou overkomen. Teveel schoonheid recht de ziel in. Haar obsessie nam uiteindelijk zulke buitenproportionele vormen aan dat ze Montaigne bezocht, zich aan hem opdrong, zich in haar polsen kerfde, rare dingen deed. Ze werd zijn dochter. Je leest die twee zinnen achter elkaar en denkt…huh? Ik kan dan ook niet wachten totdat ik het bewuste boek in handen heb met daarin de missing link. Niets daarvan op wikipedia. Wel een citaat: ‘Happy are you, reader, if you do not belong to this sex to which all good is forbidden’. Ik sluit niet uit dat ik na het lezen van dit boek me met haar zal moeten vereenzelvigen in plaats van met hem. Hoe zuur ook. Apology for the woman writing, Jenny Diski