Een criticus zei dat kunstkritiek dient te oordelen, kaf van koren te scheiden. Hoe kun je oordelen als je niet begrijpt wat je ziet? Oftewel, wat is een oordeel anders dan smaak? Ik ben er van overtuigd dat het onmogelijk is om te begrijpen wat we zien als we naar kunst kijken. We verzinnen dat. Misschien ligt in de betekenis van kritiek zoals die voor mijn voeten geworpen wordt, op een zaterdagmiddag, liggend in bed, een tosti kruimelend op lakens vol haren en eerdere kruimels, kijkend naar boomtoppen die heen en weer zwiepen (een man is onder een losgeraakte schutting terechtgekomen, hij is gedood door de wind, vogels zijn weggewaaid en nog niet teruggekomen, het is akelig stil), de reden besloten waarom ik denk: nee, kritisch schrijven is niet wat ik zoek: kritiek betekent scheiden, afzonderen, dat wat we kunnen weten scheiden van dat wat we niet kunnen weten, ‘het wis en waarachtige van het ongewisse’ (Trouw, 9 mei 2015). Alles-aan-elkaar-klontering: het wis en waarachtige mengen met het ongewisse, in scherp gescheiden zinnen, zodat je kunt ademhalen. Kunst kan een prima aanleiding zijn om te schrijven.
Bij de uitnodiging voor ‘de kunst van de kritiek, een expertbijeenkomst over de toekomst van de kunstkritiek in het digitale tijdperk.’ (21 mei 2015)