‘Clumsy writers unthinkingly follow the advice to say what you’re going to say, say it, and then say what you’ve said.’ Dat hoeft niet. De lezer leest. Hij heeft bewustzijn. Hij is niet idioot. Hij kan terugbladeren of -scrollen. Je zegt ook niet tegen iemand: ‘Ik ga je drie dingen vertellen. Het eerste wat ik je ga vertellen is dat er zojuist een specht in die boom is neergestreken.’ Je zegt dat. ‘In classic prose the writer is directing the gaze of the reader to something in the world she can see for herself.’ Classic style: je relativeert niet (postmodern), je filosofeert niet (meta), je bent niet aanwezig (zelfbewustzijn). Je schrijft niet over schrijven, tenzij dat je onderwerp is. De specht is er.
(bij het lezen van Steven Pinker, The sense of style)