bij het luisteren naar Jos de Mul tijdens de dag van de filosofie
Web 2.0 het sociale web?
Web 1.0 was al sociaal: het kende email, fora, nieuwsgroepen, links, formulieren, chatrooms. Hoeveel mens, hoeveel gedrag, hoeveel communicatie wil je hebben? Het onderscheidende, de sprong, van 1.0 naar 2.0 zit hem in de onderliggende architectuur: de database.
Als je computers gebruikt, wordt schrijven, het geschrevene, vanzelf een database, waaraan je naar believen elementen kunt toevoegen of ze kunt veranderen. Of waaruit je elementen kunt verwijderen. Zo’n element is dan bijvoorbeeld een heel emotioneel moment in je leven.
Door het verhaal van Jos de Mul begrijp ik weer wat ik doe, mijn praxis, de database bijhouden, zoals de tuin, het huis, het huishouden. Je gooit eens wat weg, je verandert een woord, je antedateert. Je voert operaties uit volgens de eerste vier letters van het alfabet, de B staat voor browse.
Dit weblog – van dag tot dag – is één pad in een database. Je kunt dit boek ook anders lezen. Je kunt zoeken op: kat, de neus van Virginia Woolf, mensbeeld, liefde. Lezen is atomair geworden. Dat was het altijd al, maar nu is alles makkelijk doorzoekbaar en oproepbaar.
Lezen wordt iets met correlaties: we weten niet waarom, we weten wel dat. De kat. De neus van Virginia Woolf. Iets met een choreograaf in Antwerpen. Je kunt gaan profilen en datadelven.
Wat ik al doe als ik de columns van Esther Gerritsen en Marja Pruis lees, de theatervoorstellingen beluister van Laura van Dolron. Wat doen mensen? Wat zullen ze gaan doen?