De ogen en de oren, alles wat je ziet en hoort, zijn indringers van buitenaf; emoties, begeerten en meningen zijn indringers van binnenuit. Als de geest wakker en alert is, als hij van een afstand alles onbewogen gadeslaat, ondergaan deze indringers een gedaanteverwisseling en worden huisgenoten. – huanchu daoren (vert. george hulskramer)
Wij zijn voor onszelf een reden tot ontevredenheid: wij zien in onszelf slechts ellende en ijdelheid. Om ons niet alle moed te laten verliezen heeft de natuur onze blik heel juist naar buiten gericht. – montaigne (vert. hans van pinxteren)