We liepen buiten. Het was volle maan. De zee glinsterde. Ze wees achter ons, op de grond. ‘Kijk, moonlight shadow,’ zei ze. Ik geloofde haar niet (ze komt van zee, had me er al eerder van proberen te overtuigen, dat het bestond, moonlight shadow). We stonden naast elkaar. De ene schaduw was veel donkerder dan de andere. Pikzwart.