De Amsterdammer is iemand die de aanval kiest, waarschijnlijk om elk sociaal ongemak dat voortvloeit uit contact met vreemden voor te zijn. Hij moet iets zeggen. Hij is degene die als je bij de geldautomaat staat roept ‘laat er voor mij nog wat in’. Ik sta voorovergebogen bij een krantenrek om de voetnoot van Arnon Grunberg te lezen. Een Amsterdammer uit Noord, Tuindorp Oostzaan, een forse vent, SBS6-kijker, PVV-stemmer, stucadoor (taal is ondoorgrondelijk, de logica ontgaat me, taaladvies.net adviseert ‘stukadoor’ maar noemt stuc wel ‘stuc’) buigt over me heen, de trouwring aan zijn ketting om zijn hals bungelt in de dode hoek, bij mijn oor, en wijst op de Telegraaf, die de slag om het krantenrek gewonnen heeft. Hij tikt op de kop ‘Algerijn illegaalst’. Hij schudt meewarig zijn hoofd en loopt weg. Ik krijg niet de indruk dat de Telegraaf het waardenstelsel van de man ondersteunt. De Amsterdammer brengt me in verwarring.