Ik zit in de auto, met mijn gedachten ergens anders, radio aan, op zoek naar een liedje dat bij mijn stemming past, iets wat emotie versterkt in plaats van dempt. Dan wil ik dat de pratende mensen hun mond houden en het liedje nog een keer draaien, wat nooit gebeurt. Zo kijk ik vaak kunst.
Marina Abramovic eet een ui. Ze eet alsof de ui een appel is. Ze neemt grote, gulzige happen. De schil zit nog om de ui. Als je langer kijkt – of een analogie zoekt waarbij het vochtige, het zachte, het binnenste van de ui benadrukt wordt in plaats van de buitenkant – verandert de ui in een sappige peer. Het vocht loopt tussen haar vingers door.
De video’s van Marina Abramovic duren lang. Ze bijt. Ze huilt. Ze kokhalst. Haar hoofd zwelt op. Je wilt dat het stopt. Dat is tamelijk hooghartig. De tijd sneller willen laten gaan is tamelijk hooghartig. De tijd is loodzwaar, het kostbaarste, het enige dat we bezitten, wat nu is. Doorbijten. Voelen.
Na het bekijken van The onion ben ik bij een wetenschapslezing. De wetenschapper toont een verschrompeld, haarloos muisje, drie weken oud, zo oud als Methusalem (muisjes worden normaal 150 weken oud). Het muisje had een dubbeldefect gen (de moeder had een fout gen en de vader had een fout gen). Het muisje was in één klap stokoud.
De wetenschapper wil, net als de kunstenaar, tijd transformeren. Tijd overslaan, versnellen. Experimenten met apen duren te lang. De wetenschapper is ongeduldig. Het tegenovergestelde van Abramovic. Hij wil, in zijn strijd tegen ziekte en dood, – net als ik – niet wachten, het leven zijn normale gang laten gaan.
Een ui heeft geen kern. Er is niets.
Marina Abramovic op youtube. Genonderhoud, het geheim van gezond oud, Jan HJ Hoeijmakers, Paradisolezing, Verstegen & Stigter.