Kun je jezelf gelukkig lezen?
Ja, beweert het boek dat voor me ligt, al is het voor de duur van één enkel gedicht. Het bevat zesentwintig gedichten van Billy Collins, vertaald en van commentaar voorzien. Zesentwintig kansen op geluk, of eigenlijk tweeënvijftig, gedicht en vertaling staan als valse tweelingen naast elkaar.
Kennismaking met de poëzie
Ik vraag ze een gedicht te nemen
en dit tegen het licht te houden
als een kleurendia
of een oor tegen deze bijenkorf te drukken.
Ik zeg laat een muis in het gedicht los
en kijk hoe hij de uitgang zoekt,
of schuifel rond in de kamer van dit gedicht
en tast langs de wanden naar de knop van het licht.
Ik wil dat ze waterskiën
over het oppervlak van een gedicht
en zwaaien naar de auteursnaam op het strand.
Maar het enige dat zij willen
is het gedicht met touwen op een stoel binden
en er een betekenis aan ontwringen.
Zij beginnen te meppen met stukken tuinslang
om erachter te komen wat dit te betekenen heeft.
In kleine essays volgt de vertaler het spoor terug van een woord naar waarom het er staat, waarom ‘a hose’ bijvoorbeeld ‘stukken tuinslang’ werd. Wanneer is een tuinslang geen tuinslang meer? Hoe kort moet hij daarvoor worden? Zo spat één woord uiteen in allerlei vragen.
‘De eenvoud van het oorspronkelijke gedicht is niet evenredig aan het gemak van de vertaling,’ verzucht de vertaler. Na elk gedicht komen problemen, hindernissen en bijna-ongelukken ter sprake. Frost lezen als vorst terwijl de Amerikaanse dichter wordt bedoeld.
Bestaan er feelgoodboeken? Toe maar, ademt dit boek, een paar minuten Billy Collins per dag, een klein geluksgevoeltje savoureren, een lek in de werkelijkheid. Ik laat me meelokken naar een mossig veldje. Een hond. Het bos. Een stel mieren. Een stuk tuinslang. Alledaagse dingen, eenvoudige zinnen, lage sluipvoetende drempels.
Zo wordt u gelukkig, Kees van Kooten en de poëzie van Billy Collins, Uitgeverij De Harmonie
[Op poemhunter.com staat Introduction to poetry en 41 andere gedichten van Billy Collins (en 12 over Billy Collins).]