Op een houten tafel ligt een telefoontje. Als ik dichterbij kom, zie ik dat het een platgedrukt autootje is, met geblindeerde raampjes en een piepklein Ferrari-logo. De gedachte dat iemand in China dit telefoontje aan zijn oor houdt maakt me vrolijk. Op de tafel ligt nog een exemplaar, een telefoon in de vorm van een kruis met glitters op de rand. Op de plek waar Jezus hangt zit een beeldschermpje.
Oliver Laric heeft de telefoontjes op de houten tafel neergelegd. De houten tafel is een kunstwerk, de zeven lege waterflessen daarop gevuld met met siliconen in de huidskleur van het kaukasisch ras – vaalroze, varkensroze, zalmroze, framboosroze, melkwittig – is een kunstwerk. Er is één flesje te weinig, of een stoel te veel. Daartussen de telefoontjes.
Als ik de tentoonstelling verlaat geeft het meisje bij de kassa me een set ansichtkaarten met afbeeldingen van de kunstwerken. De ansichtkaarten achter elkaar bekijken is net zo echt als de ervaring van het bezoeken van de tentoonstelling, misschien nog wel echter, elke ansicht heeft een tekst die ik op mijn gemak kan lezen. Shanzhai, lees ik. China, piraterij, goedkope electronica, Robin Hood.
Een derde versie van The Greater Cloud heb ik bij elkaar geklikt met mijn fototoestel. Een vierde is dit. – The Greater Cloud, NIMk