Vogels kunnen vliegen zodat katten er niet bij kunnen.
Op youtube klimt een kat tegen een gevel, vier verdiepingen hoog, maar daar staan minstens tien filmpjes tegenover van katten die denken dat ze kunnen vliegen en halverwege het luchtledige naar beneden vallen. Misschien is dit een stadium. Katten kunnen goed vallen. Ik zou willen dat ik kon vallen en opstaan als een kat.
Mijn kat zit vaak naast me achter glas, ze gaat niet graag naar buiten, maar ze doet het wel en dan snuift ze de geur op van katten die ‘s nachts haar territorium binnendringen. Of misschien heb ik het mis, gaat ze graag, maar duren haar wandelingen te kort om die indruk te wekken.
Alles bij vogels gaat gehaast, omdat ze kort leven.
Ik heb niets aan gehaastheid. Je hebt iets aan gehaastheid als je niet wil zijn waar je bent. Waar ik ben lijkt overal hetzelfde.
Het zou zomaar kunnen op deze warme zomerdag dat de winter vanaf nu weigert te komen: het leven voortaan sneeuwloos, ijsloos, kouloos, nooit meer één handschoen kwijtraken en twee nieuwe kopen, nooit meer voedsel in plastic netjes in bomen hangen en wachten tot vogels in alle kleuren en uit alle windrichtingen eropafkomen.
Ze fluiten me elke ochtend om half vijf wakker, ik weet niet welke soort. Marja Pruis schrijft iets heel moois over vogels. Als ik opzoek wat blijkt ze het niet over hun gefluit te hebben, maar hoe leeg de wereld zou zijn zonder. Hoe beangstigend dat is. Misschien dat die angst invoelbaar is op het moment dat je alles nog hebt… angst om kwijt te raken.
In een vogelgids zou ik kunnen opzoeken waarom de parkiet aan zijn snavel aan takken hangt als hij zich verplaatst, en de gaai, in één beweging, één pinda doorslikt en een tweede in zijn bek houdt, dus altijd twee exemplaren bij zich heeft als hij naar huis vliegt, net zoals zij, wanneer ze na een werkdag waarin niemand zin had om te koken eten voor twee meebracht.
Waarom denk ik hartje zomer aan de winter? Alles is voluptueus groen. De zon brandt me weg achter het raam. De dag duurt eeuwig.
Het mooie van geconcentreerd kijken, je wordt afgeleid door dingen die gebeuren, net als bij een boek of film, herinneringen krijgen nauwelijks kans. Een vogel landt op een tak, breekt een takje af en krabt zichzelf met dat takje. Als de vogel wegvliegt: waar is ze, wat doet ze, aait ze de kat, negeert de kat haar zoals ze mij kon negeren?
Vogels zijn gelijksoortige wezens met verschillende uniformen en ze hebben allemaal honger. Eentje zit op een houten tafel bij een lavendelkleurige gezelligheidskaars. Hij begint erin te pikken alsof zijn leven ervan afhangt. Paniek. Wat als de zoekmachine ‘ja’ antwoordt op de vraag of paraffine schadelijk is voor pimpelmezen?
We hebben wel eens een dierenambulance laten komen, een enorme witte bus waar tot onze verbazing drie mensen in uniform uitstapten voor één klein bolletje veren waarvan we eigenlijk al wisten dat het dood was toen we belden maar we wisten ook niet wat we moesten. Ze namen het bolletje van ons over met een serieusheid waar we ongemakkelijk van werden. We verdachten ze ervan dat ze toen ze wegreden zodra ze de hoek om waren gedecideerd het nekje zouden omdraaien en het lijkje uit het raam zouden gooien. Uit schaamte en schuldgevoel hebben we geld gedoneerd zodat ze nieuwe uniformen konden kopen en een nieuwe bus.
Even if you can predict what’s going to happen, you can’t imagine how you’ll feel. Chris Kraus.
Nu ik langer stilzit zie ik hoe vogels en katten op elkaar lijken, hoe vogels het strek- en rekgedrag vertonen waarvan ik altijd heb aangenomen dat het iets typisch kats was. Een staartmeesje spreidt vleugels en staartveren, klapt zichzelf uit tot een kleine waaier, zet zichzelf even vast. Een kat die haar achterpoot optilt. Getril van een smartphone.
Oorspronkelijk fungeerden vleugels als zonnepanelen (groot oppervlak, snel warm). Oh, en toen bleken vleugels niks te wegen en oh, ongelooflijk, toen bleken ze lift te hebben. Evolutie ging met haar zelfgeproduceerde eigenschappen aan de haal en nu zijn vogels gewoon ontzettend leuk, er beweegt en leeft vanalles in de lucht (blauwe verte, onbereikbare horizon, kleur van afstand).
De oorspronkelijke functie van iets blijkt uiteindelijk vaak niet kenmerkend.
Een mond gebruik je om te eten, om te kussen, later om te zwijgen.
Internet, de plek waar ik elke dag heen ga voor informatie en mensen naar elkaar schreeuwen en waar ik filmpjes kijk, meestal van dieren, ik zag een krab een kers eten.
Een paar jaar geleden bedacht ik dat het leuk zou zijn als hondentrainers honden zouden leren om woorden in de sneeuw te plassen. Ik had het nummer van een hondentrainer opgezocht om hem te vragen of dat kon. Leek me fantastisch, I Love You als je ‘s ochtends uit het raam kijkt, alles mogelijk. Waarom denk ik alsmaar aan de winter? Omdat er dan een jaar om is?
Leeft de kat, in de drukke stad? Is ze gelukkig?
Wikipedia vertelt dat de langste dag niet altijd op 21 juni valt, meestal eerder.
Youtube is de optweenagrootste zoekmachine, binnenkort de grootste.