Our mind is a fool’s dungeon. And we put people in, we sentence them there for three months. – Caroline Myss
OMG. I do this. Ik ben dit aan het doen. En ze betrapt me, de schrijver betrapt me. Ze lacht om therapie. Ze gelooft er niet in omdat ze te veel in woorden gelooft. Woorden creëren realiteit, een woord heeft consequenties. Zeg maar eens iets aardigs of boosaardigs tegen iemand, het verandert iemands dag, iemands leven. Als je bepaalde woorden niet meer toelaat en andere wel verandert de koers (zwaarte, liefde, spijt, goed, slecht) zegt ze. Therapie werkt niet omdat je je eigen verhaal gaat geloven, omdat je het in stand houdt, omdat je erin gaat wonen als je het steeds vertelt. Het is moeilijk om je verhaal (ziekte, depressie, verslaving, zelfmedelijden, onzekerheid) op te geven, want dat betekent dat je de support van mensen opgeeft die die wonden faciliteren. Ze gelooft niet in supportgroepen. Helen moet alleen, het kan alleen alleen. Een supportgroep beloont een verhaal, het kost kracht en durf en eigenwaarde om dat verhaal op te geven. Ineens begin ik iets te zien (Saulus op weg naar Damascus). Als ik meer tijd zou nemen (zwaarte geef, gravitas) typte ik een beter bericht, mooier, efficiënter, eleganter, met meer begrip, uitgekristalliseerd (giving grace), maar de zon schijnt en de vogels fluiten en ze appt me mijn bed uit, wil ik tennissen?