De meeste shit is gestolen etcetera Dat is niet langer interessant. Je kunt een lichaam niet met informatie beschieten en je advocaten de kogels terug laten vragen. Dus elke zin is gestolen. Ook die ‘uit’ ‘mijn’ ‘hoofd’. Waarom zou ik wel van mezelf mogen stelen en niet van anderen? Een mens neemt wat hij nodig heeft om vooruit te komen. Wat hij tegenkomt, voor zijn voeten valt, te ‘binnen’ schiet. De schrijver als tekstverwerker, of zingende piraat. Dit is niets nieuws. Belangrijk verschil met bijvoorbeeld Sybren Polets collageleer: anti-thematisme. Meestal is wild geciteerd uit wat ik aan het lezen was, waar ik naar luisterde, waar ik in verzeild raakte, etcetera. Hoofdstuk 12 is op de laptop geschreven terwijl ik naar CNN keek. On the air in plaats van en plein air. Zoekmachines zijn geregeld gebruikt ter generatie. Hoofdstuk 20 is daar een zuiver voorbeeld van. Vaak herken ik een citaat na verloop van tijd niet meer. Niet zelden past de gestolen zin zich aan aan de paragraaf waarin hij terechtkomt. Ik vervang soms bijna willekeurig woorden. Willekeur als garantie voor absolute democratie.
– Jeroen Mettes, Weerstandsbeleid